Deel 2

Amsterdam, 4 juli 2017

Beste Peet,

Het is alweer mijn laatste avond in Amsterdam, vandaag is het eindelijk een beetje zomer geworden. Ik was gevlucht voor het koude en regenachtige Sint Petersburg, evenwel waren de eerste twee Hollandse dagen een tikkie te tochtig en vochtig. Ik zit nu aan het water - achter me ligt Dirk van den Broek, waar ik net een verfrissing heb gehaald - uitkijkend op de bloembakken en –potten die de bewoners bij gebrek aan tuin op de kade hebben geposteerd. Het valt me nu pas op, terwijl ik hier gisterenavond met Kees en Jet in een restaurantje ben geweest. Op de bankjes langs de gracht zitten wat echte Amsterdammers, in het centrum zie je ze nauwelijks meer. In de winkels en café’s word je vaak in het Engels toegesproken.

Vanmiddag ben ik door het Vondelpark, al 50 jaar een symbool van de vrijheid, naar het centrum gewandeld. Dit had natuurlijk alles te maken met mijn stappenteller, normaal gesproken was ik met de tram gegaan. Al snel kreeg ik het te warm en heb net als vroeger de mouwen van mijn jas om mijn middel geknoopt. Het liep een stuk lekkerder met zo’n Berkelse jurk.

Er zijn meer fietsers dan voetgangers in de groenvoorziening. Je moet wel opletten voor de toeristen, vaak Italianen en Fransen die nauwelijks kunnen sturen, gelukkig rijden ze niet erg snel, het werkelijke gevaar komt echter van de gevorderde trappers, die gewoonlijk nauwelijks opletten, omdat ze het te druk hebben met appen of zwetsen via hun mobieltje. Ook de wandelaars hebben nauwelijks oog voor de weg, omdat hun aandacht naar een van hun gadgets uitgaat. Her en der in het gras zag ik groepjes jongeren, die in kniezit in een cirkeltje zaten, te eten, drinken, hangen en een enkele keer te blowen. Net als in de sixties, er waren enkel geen hippies in het Vondelpark, ze bestaan kennelijk niet meer of ze zijn met pensioen gegaan. De vreemdste parkgangers zijn evenwel de joggers, die, tegen zichzelf vechtend, persoonlijke records vermorzelend, zich een weg banen door deze ongeregelde bende. Ze zijn te serieus voor dit décor.

Er geldt een verbod op gemotoriseerd verkeer en dat is nog wel het meest schokkende, ierdereen houdt zich aan de die regel. Kees, hoewel eeuwig Feyenoord fanaat, gaat nooit meer weg uit deze stad, ik kan hem geen ongelijk geven.

Genoeg voorlopig over de hoofdstad, maar over 2 weken keer ik er weer terug. Morgen vertrek ik naar het Noorden, het land in ons land, met die onverstaanbare taal, met de trein van Amsterdam Lelylaan naar Heerenveen en van daaruit naar Koudum.

Groeten,

Rein

Vondelpark